Vegan katten?

Vegan katten?

Niet zo eenvoudig

Ik geef u wat in overweging: hoe “natuurlijk” zijn de ingrediënten in een doorsnee blikje kattenvoer of een zak kattenbrokjes? Nee, niet veganistisch, maar gewoon met huis-, tuin- en keukenvlees. Alle reclame en mooie marketingpraatjes van de PR-jongens en -meisjes van kattenvoerfabrikanten ten spijt, scoren die op natuurlijk en gezond meestal niet hoog. Ik kom er later in het artikel nog op uitgebreid op terug. Het onderwerp veganistisch kattenvoer, het “natuurlijke dieet” van de huiskat en de vraag of veganistische katten goed kunnen gedijen, is beladen met complexiteit. Er is veel verkeerde informatie over het onderwerp. Ik ga mijn best doen om de zaken onbevooroordeeld uit te leggen, en te illustreren met dingen die u misschien nog niet wist.

Kan en mag het wel?

Het eerste punt is natuurlijk of het wel kan en mág. Een kat is van nature een vleeseter en zal zelf zo’n dieet niet kiezen. Kleine prooidieren, vrijwel altijd planteneters, worden met huid en haar opgegeten, inclusief alle darm- en maaginhoud.  Een beetje plantaardig materiaal krijgt ze dus wel binnen, maar naar verhouding veel minder dan andere dieren. Het is voor de meeste mensen verrassend gemakkelijk om veganist te worden, de mens is immers geen echte omnivoor zoals altijd wordt beweerd; een plantaardig dieet is voor onze soort het meest geschikt, hoewel we op vlees en dierlijke producten wel kunnen overleven. Dat laatste dan wel met vele nadelige gevolgen en ontstaan van veel langzaam slopende ziektes. Maar het is vele malen moeilijker om je kat op een veganistisch dieet te krijgen. Katten zijn carnivoren en hun spijsverteringssysteem lijkt helemaal niet op het onze. Ze hebben puntiger tanden, veel sterker maagzuur, andere enzymen voor de vertering, bv. minder amylase, en veel kortere darmen. Dat is bij alle vleeseters zo; moeder Natuur weet immers dat dierlijke producten verteren met veel afvalstoffen en ziekmakende restproducten gepaard gaat, dus het moet zo snel mogelijk verteerd, zo kort mogelijk in contact met de spijsverterings-organen, en zo snel mogelijk er weer uit. Vandaar het andere ontwerp bij vleeseters (en de mens hoort daar niet bij). Het eerste probleem bij het op een veganistisch dieet zetten van een kat is het vinden van voedsel dat ze wil eten. Katten zijn vreselijk kieskeurig als het gaat om het uitproberen van nieuw voer. Het zijn wezens die een bepaald voer voor altijd kunnen negeren, op basis van een enkel snuifje. Flexibel nee, maar zo zijn katten nu eenmaal.
Je kunt je dan met recht afvragen of je zo’n “onnatuurlijk” dieet een kat wel voor mag schrijven. Katten zijn obligate carnivoren, maar er zijn intussen veel kattenbezitters wiens dierenvriendjes een lang, gelukkig en gezond leven leiden met vegetarische of veganistische diëten. Door de vooruitgang in diervoeding is het nu heel goed mogelijk om uw kat de dagelijkse portie proteïnen, vitamines en mineralen te geven die ze nodig heeft met een veganistisch dieet.

slachtafval voor de poes en de hond
slachtafval voor verwerking in diervoeders

Maar wacht, er is meer, want vrijwel alle industrieel niet-veganistisch kattenvoer is gemaakt van dierlijke én plantaardige ingrediënten en allerlei restproducten waarvoor elke kat in het wild haar neusje zou ophalen. En onze huistijger ook. Ze eet het alleen maar dankzij het feit dat die “natuurlijke” ingrediënten zo veel intensieve bewerkingen hebben ondergaan om ze verteerbaar en eetbaar te maken, en smakelijk te ogen en te ruiken. De veelgebruikte vergelijking met vrije katten in het wild gaat dus niet op. En de vlees- en melkindustrie, leveranciers van ingrediënten voor de gigantische markt van niet-vegan huisdierenvoer, zorgen niet alleen voor grote welzijnsproblemen voor dieren en werknemers, maar zijn in hun huidige vorm een zware en onverantwoorde aanslag op het klimaat, de biodiversiteit en de leefbaarheid van de wereld. En dat zetten we dan zonder problemen onze huistijgers voor. Als je er als ethisch bewust mens over nadenkt is het allemaal nog niet zo zwart-wit.

Bovendien is de keuze van veel regulier kattenvoer nogal merkwaardig en helemaal niet zo natuurlijk als de fabrikanten het doen voorkomen. Een kat eet gezien zijn grootte niet veel meer dan kleine knaagdieren, vogels, een enkele kikker of hagedis, misschien wat wormen, een slakje en een paar insecten. Vissen? Mooi niet. Die komen nauwelijks voor in hun dieet in het wild, meestal krijgen ze die niet gevangen. Katten zijn daar gewoon niet zo handig in, beren kunnen dat veel beter en die hebben niet zo’n spreekwoordelijke hekel aan een duik in de rivier. Al die natuurlijke, normale dingen op het menu van de wilde kat vind je in blikjes kattenvoer niet terug. Als een kat en een tonijn elkaar al zouden ontmoeten, zou de tonijn de kat eten, en niet andersom. Van een rund kan de huiskat een trap krijgen maar geen stukje van zijn bil. Ook een schaap, geit of zelfs een lam zijn van poes niet onder de indruk, daar valt voor onze huistijger weinig eer aan te behalen. Sardientjes, forellen, zalmen of schollen, ze krijgen nooit een kat te zien, en andersom krijgt de kat ze zelden in het vizier, alleen maar in blik van het vrouwtje of baasje. Natuurlijk is het in ieder geval niet.

De uitdaging van lekker eten

Er is dan ook geen eenduidige benadering voor het voeren van onze huiskatten. Een enkele kat eet graag gepureerde groenten. Een enkele kat is dol op fruit. Maar de meeste niet en als je ze anders wilt laten eten, zul je een hele trukendoos nodig hebben. Natuurlijk levert groente en fruit niet alle voedingsstoffen die een kat nodig heeft. Het is niet voldoende om ze alleen maar met je eigen veganistische maaltijd mee te laten eten; je moet een dieet samenstellen dat voldoende voeding biedt. Als je zelf wilt gaan kokkerellen voor je kat is het best een klus om volledig, d.w.z. alle noodzakelijke voedingsstoffen bevattend, bewuste, veganistische voeding klaar te maken. Aangezien de smaak per kat verschilt, moet je wellicht een aantal recepten uitproberen voordat je er een vindt die je kat bevredigend acht. Er is niks vervelender dan een uur liefdevol bezig te zijn met het bereiden van een partij kattenvoer, alleen maar om te ervaren hoe je kat het plichtmatig besnuift en afkeurend wegloopt, zonder zelfs maar een hapje te proeven. Compleet met een minachtende blik over haar schouder in de aftocht.

De juiste voedingsstoffen voor een carnivoor

Mensen hebben slechts negen soorten aminozuren nodig, die allemaal in overvloed in veel plantaardig voedsel voorkomen. Katten daarentegen hebben elf verschillende aminozuren nodig. En deze twee extra aminozuren, taurine en arginine, komen normaal gesproken niet voor in alle plantaardig voedsel. Taurine en arginine zijn voor katten essentieel – zonder voldoende taurine wordt je kat blind, en krijgt ze hart- en spijsverteringsproblemen. Voor de kat, het fret en de hond bijvoorbeeld is arginine essentieel, omdat de spijsvertering van deze dieren na een maaltijd (door hun hoogst efficiënte proteïne-vertering) grote hoeveelheden ammoniak produceert die door de zogenaamde ureumcyclus moeten worden verwerkt. In het geval dat er dan niet voldoende arginine voorhanden is, kan de resulterende ammoniakvergiftiging ernstige problemen opleveren. Vlees, mits niet te sterk bewerkt, bevat voldoende arginine om deze situatie te voorkomen, maar op de vegan toer moet de arginine vanuit rijke plantaardige bronnen zoals noten, zaden en peulvruchten komen.

Taurine en arginine zijn beide ook gemakkelijk te synthetiseren uit veganistische bronnen. Bij elk gerenommeerd merk veganistisch kattenvoer staat daarom taurine en arginine in hun ingrediënten. Het meest verspreide bezwaar tegen veganistische katten is het argument dat katten de cruciale voedingsstof taurine niet uit een veganistisch dieet kunnen halen. Veganistisch kattenvoer is gemaakt met synthetische taurine. Maar zo blijkt, ook bijna alle kattenvoer op basis van vlees. Dat komt onder meer doordat de vele bewerkingen, die het vaak gebruikte slachtafval en “reststromen uit de voedingsindustrie” ondergaan, veel nutriënten vernietigen, en die moeten dan weer kunstmatig worden aangevuld, anders halen ze de minimum voorgeschreven percentages niet. Die aminozuren alleen dekken de behoeften van een kat niet. Katten halen bijvoorbeeld ook het grootste deel van hun vitamine A en D uit dierlijke bronnen, omdat ze bepaalde omzettingen van provitamines naar biologisch werkzame vitamines niet kunnen maken. En dan is er nog arachidonzuur dat de kat in tegenstelling tot andere dieren niet uit linolzuur kan synthetiseren. Dit eigenlijk dierlijke ingrediënt kan echter ook via een bepaalde schimmel worden geproduceerd. Elk veganistisch kattenvoer op de markt moet al deze essentiële voedingsstoffen bevatten.

Aan de andere kant is een heel vaak over het hoofd geziene eigenschap van plantaardig voedsel dat er in veel soorten van nature enzymen in voorkomen die de spijsvertering helpen. Deze leveren een zeer belangrijke bijdrage, en worden nogal eens vergeten vanwege de focus op de in het maagdarmkanaal aanwezige enzymen. Zo bevatten noten en avocado’s lipases, vet-afbrekende enzymen, en haver bevat veel amylase (zetmeel verterend enzym). Weliswaar zijn enzymen proteïnes, eiwitten dus, een groep stoffen die in principe al voor een deel worden afgebroken door de maag, maar ze zijn te groot en te complex om te worden verteerd in het maagzuur. Ze worden slechts tijdelijk gedeactiveerd in het zure maagmilieu, en worden weer actief zodra ze het meer basische milieu in de darmen binnengaan. In veel verhitte discussies over het hoe en waarom van vegan katten kom ik dat argument zelden tegen, maar die enzymen mogen in een goed uitgebalanceerde voeding niet ontbreken.

Zelf kattenvoer bereiden is o.a. vanwege die aanwezigheid van behulpzame enzymen beter dan kant en klaar gekocht voer. Als je er echt veel meer over wilt weten is het boek Obligate Carnivore (ISBN 978-1439211205) van Jed Gillen een aanrader. Niet alleen gaat het diep in op de ethische vragen rondom de diervoedings industrie en veganisme op een eigenzinnige en humorvolle wijze, maar ook op de praktijk van de omschakeling, met uitgebreide recepten en tips. Gillen gaat ook uitgebreid in op de voedingskwesties van veganistische katten. Het is geen wetenschappelijk technische verhandeling over nutriënten en fysiologie, daarvoor zijn er een hoop andere boeken, maar het zet je zeker aan het denken, en helpt je perfect op weg.

Als je eenmaal een recept ontdekt dat je kat lekker vindt, moet je alle toekomstige batches voorzien van een speciaal samengesteld aminozuur en vitaminesupplement. Op internet kun je deze vinden als je plaatselijke dierenspeciaalzaak het niet heeft. Om er maar een paar te noemen: VegeCat, Benevo, Greenmush, VGRRR, Evolution en nog veel meer. De markt is nog jong en in beweging, dus inmiddels zullen er weer nieuwe bijgekomen zijn. Gebruik deze supplementen pas in zelfgemaakte kattenvoeding nadat je kat het recept heeft goedgekeurd.

Goedkoper overschakelen

Het voordeel van zelfgemaakt veganistisch kattenvoer is niet alleen dat het veel goedkoper dan in de winkel gekocht, maar je weet zelf precies wat erin zit. Op de etiketten op diervoeding zijn sommige ingrediënten nl. niet vermeld en het is ook niet verplicht.
De hoeveelheid geld die je bespaart door je eigen kattenvoer te bereiden, is aanzienlijk, vooral als je meer dan één kat hebt. Als je de zelfgemaakte route volgt, voeg dan altijd het supplement toe aan elke partij voedsel dat je maakt. Anders krijgt je kat gegarandeerd ernstige, levensbedreigende gebreken. Met kattenvoer maken ben je ongeveer een half uurtje tot een uurtje bezig, en het kan twee weken afgesloten in de koelkast worden bewaard. Een strategie die je kunt gebruiken als je kat elk voer dat je aanbiedt afwijst is het langzaam bijmengen van je nieuwe voer. Dat wil zeggen: begin met het mengen van slechts ongeveer 20 procent van de veganistische dingen in het gewone kattenvoer van je kat. Na een paar weken heb je de veganistische 100 procent bereikt. Mogelijk zie je een afnemend enthousiasme voor eten terwijl je probeert het aandeel veganistisch voedsel te vergroten. Vaak zullen katten door het bakje heen graven om er alleen die stukjes uit te halen die ze lusten. Dat zegt dan duidelijk dat je een ander soort voer zult moeten zoeken.

Vergeet de veterinaire zorg en de pH niet

Het omschakelen van je kat naar een qua voedingswaarde uitgebalanceerd veganistisch dieet is slechts het halve werk. Als je kat eenmaal vegan is geworden, moet er een tweede helft van het werk moet worden gedaan. Je moet je dierenarts monsters laten nemen van de urine van je kat voor o.a. pH-testen. Je kunt het ook zelf doen met sneltest strips, maar die zijn minder betrouwbaar. En de dierenarts of THP doet meestal ook meteen andere belangrijke tests als ze het urinemonster toch vers in huis hebben.

Waarom zou je urinemonsters moeten verzamelen als correct samengestelde veganistische voeding alle voedingsstoffen biedt die een kat nodig heeft? Dit komt omdat veganistische diëten veel meer basisch zijn dan die op basis van vlees. Omdat het urinestelsel van een kat is afgestemd op een hoge zuurgraad, kan een verandering naar een te hoge alkaliteit ernstige gezondheidsproblemen veroorzaken. Zelfs als je kat alle voedingsstoffen krijgt die hij of zij nodig heeft uit een veganistisch dieet, kan een verhoogde alkaliteit op de lange duur leiden tot levensbedreigende problemen. Een veganistisch dieet verhoogt het risico op urinewegaandoeningen bij de kat (FLUTD, Feline Lower Urinary Tract Disease heet dat dan). Een voorloper van FLUTD is de vorming van urinaire struvietstenen. Deze stenen ontstaan ​​door te veel magnesium in de voeding of door overmatige alkaliteit in de urine. Veganistisch kattenvoer bevat meestal geen overmatig magnesium, maar het verhoogt wel de alkaliteit van de urine.
Zodra er struvietkristallen zijn gevormd, kunnen ze de urinebuis van je kat blokkeren, waardoor plassen moeilijk of onmogelijk wordt. Dat is altijd een noodgeval en kan leiden tot opname in de dierenkliniek. Zonder snelle veterinaire behandeling om deze blokkade op te heffen zal er een  infectie optreden. Elke kat kan urinekristallen ontwikkelen als ze een onjuist dieet volgt, maar wanneer katers urinekristallen ontwikkelen, zijn de gevolgen veel ernstiger. De urinebuis bij katers is zo gevormd dat ze veel eerder geblokkeerd raken; een levensbedreigende situatie. De meest betrouwbare manier om struvietstenen te voorkomen, is door urinetests uit te voeren. Ongeveer 15 tot 20 procent van de veganistische katten zal urineweg aandoeningen ontwikkelen als ze niet de juiste urinetests gehad hebben.

De urinetest van je kat zal belangrijke informatie geven. Als de test bacteriën aantoont, is het een duidelijke aanwijzing dat een blaasontsteking een veterinaire behandeling vereist. Evenzo kan de urine kristallen bevatten die – indien niet behandeld – kunnen leiden tot een blaasontsteking. En zelfs als de urine geen bacteriën of kristallen bevat, signaleert een onjuiste pH gevaar. Als de urine te basisch is (als de pH hoger is dan 6,5), overweeg dan om zuurteregelaars aan het dieet toe te voegen. Deze zuurmakers omvatten methionine, vitamine C en natriumbisulfaat. Ze worden allemaal uitvoerig besproken in Gillens boek. Zorg ervoor dat je een dierenarts of een THP raadpleegt voordat je een methioninesupplement gebruikt, aangezien deze gastro-intestinale problemen of bloedarmoede kunnen veroorzaken. Als je kattenvoer helemaal zelf klaarmaakt, gebruik dan in het recept van nature verzurende voedingsmiddelen, zoals asperges, erwten, bruine rijst of haver.

Je moet echter alleen verzurende middelen of verzurende recepten gebruiken als uit urinetests blijkt dat dit noodzakelijk is. Zoals gezegd moet de urine-pH van je kat tussen 6,0 en 6,5 liggen. Onjuist gebruik van zuurteregelaars kan gezondheidsproblemen veroorzaken. Ironisch genoeg kan onjuist gebruik van zuurteregelaars weer andere ellendige urinewegstenen veroorzaken. In dit geval – als de urine te zuur is – krijg je in plaats van struviet calciumoxalaat kristallen. Het meten van de zuurgraad van de urine dient in het begin elke twee weken te gebeuren totdat de pH-waarde juist is. Daarna moet je elke 6 maanden laten testen om te controleren. Iedereen die niet bereid is om de eerste urinetests uit te voeren, gevolgd door regelmatige follow-ups, mag zijn kat niet zomaar op een veganistisch dieet zetten.

Zelfs als de pH van de urine binnen het gezonde bereik ligt, kunt je extra ondersteuning bieden voor de gezondheid van de urinewegen door je kat aan te moedigen veel water te drinken. Een manier om dit te bereiken is door te voorzien in twee waterbronnen: gewoon water en water op smaak gebracht met veganistische bouillonblokjes. Veel katten zullen extra water drinken als dit wordt verzorgd door een soort stromend fonteintje. Het geven van nat in plaats van droog voer kan ook de wateropname van je kat stimuleren, hoewel droog voer dan wel weer beter is voor het gebit van je kat. Urinewegproblemen kunnen overigens altijd optreden, ook op een dieet met veel vlees. Iedereen die een kat heeft, moet daarom het gedrag van de kattenbak in de gaten houden. Let erop of je kat tekenen van persen vertoont tijdens het plassen of rond de kattenbak blijft hangen. Dergelijk gedrag kan een teken zijn dat de urinewegen vernauwd of geblokkeerd zijn geraakt. Breng je kat meteen naar de dierenarts als je dit soort abnormaal gedrag ziet.

Zeg het ook de dierenarts

Naast het vinden van manieren om je kat te helpen bij de overgang en het zorgvuldig in de gaten houden van zijn gezondheid, is het verstandig je dierenarts te vertellen over het dieet van je kat. Dat zou een demoraliserende ervaring kunnen worden, want hij of zij zal waarschijnlijk niet enthousiast zijn over veganisme bij de kat. Ik hoop dat dit artikel duidelijk heeft gemaakt dat veganistische katten een aantal bijzondere gezondheidsrisico’s lopen. Als je dierenarts niet op de hoogte is van het dieet van je kat, zal hij of zij niet weten of hij of zij moet controleren op vroege tekenen van problemen.

Als je alles hebt gedaan wat hier wordt voorgesteld, hoef je op de lange termijn alleen maar de vacht, de ogen en het algemene gedrag van je kat in de gaten te houden, aangezien die dingen de eerste aanwijzing kunnen zijn dat de gezondheid van je dier is afgenomen. Het staat ondertussen vast dat veel katten op de lange termijn goed kunnen gedijen op een veganistisch dieet. En het is ook zeker dat door katten op een veganistisch dieet te zetten, de vleesindustrie inkomsten misloopt. De positieve kant is dat veel mensen die overgestapt op veganistisch kattenvoer hebben ervaren dat de gezondheid van hun kat daadwerkelijk verbetert. Dit is niet verwonderlijk, gezien de soms uiterst merkwaardige ingrediënten die in het gewone industrieel kattenvoer terechtkomen.

Wat zegt de wetenschap?

Er zijn een aantal goed uitgevoerde studies gedaan bij honden en katten op een plant-gebaseerd dieet, zelfs onder lichamelijk veeleisende omstandigheden zoals die bij sledehonden in training. De gezondheidsvoordelen zijn zonder meer duidelijk, waarvan gezien de incidentie, de eerste twee en de laatste twee de meest opvallende zijn:

  • een lager en gezonder lichaamsgewicht.
  • een vermindering en mogelijke preventie van ziekten zoals diabetes en artritis.
  • cataract verbetering
  • gezondere vacht
  • mogelijk verlengde levensduur
  • verbeterde vitaliteit en algemeen welzijn
  • verminderde huidproblemen en allergieën
  • verminderde huidparasieten.

Het lijdt geen twijfel dat veganistisch kattenvoer een schonere en gezondere keuze is dan conventioneel fabrieks-kattenvoer. Bovendien zijn er nog een paar laatste dingen waarmee je rekening moet houden bij het overwegen van de overstap. Niveaus van taurine en andere belangrijke voedingsstoffen vereisen zorgvuldige aandacht. Hoewel het relatief goedkoop is om ervoor te zorgen dat het voer van je kat geen alkaliteitsprobleem veroorzaakt, is het veel moeilijker om je kat te testen op taurine en andere mogelijke tekortkomingen. Als het erom gaat te beoordelen of de voedingsstoffen van een bepaald kattenvoer overeenkomen met de beweringen op het etiket, heb je geen andere keus dan te vertrouwen op de fabrikant van je kattenvoer of supplementen.

Dit alles gezegd hebbende, is het niet zo dat de bedrijven die kattenvoer op basis van vlees produceren, bolwerken van kwaliteit en integriteit zijn. Bij goedkoop, gemiddeld en soms zelfs duur geprijsd kattenvoer is het gebruikelijk dat een aanzienlijk deel van het voer afkomstig is van bijproducten van het slachthuis en bijproducten uit de land- en tuinbouw. Dit materiaal kan een aantal ongelooflijk vreemde en vieze dingen bevatten.

Kortom, als je je kat iets anders geeft dan eersteklas kattenvoer, kunt je er zeker van zijn dat je dier afvalproducten uit het slachthuis eet. De meeste slachthuisproducten die te walgelijk zijn om in een gehaktbal of hamburger te stoppen, worden voer voor huisdieren. In feite kan goedkoper kattenvoer zelfs dierlijke eiwitten van niet-gespecificeerde oorsprong bevatten – wat betekent dat je kat mogelijk eet van het gekookte vlees van in destructiebedrijven verwerkte honden, katten en gestorven landbouwdieren die het slachthuis niet gehaald hebben.

Moeten veganisten veganistische katten hebben?

Moeten veganisten zich ethisch verplicht voelen om hun katten op een veganistisch dieet te zetten? Misschien niet. Bij het maken van deze analyse probeer ik op geen enkele manier iemand te veroordelen. Door je kat op een veganistisch dieet te zetten, garandeer je dat er geen cent van de voedselprijs van je kat gaat naar fabrieksboerderijen en het slachten van dieren. Maar het is moeilijk te beweren dat het op een veganistisch dieet zetten van je kat efficiënt is als het gaat om het voorkomen van het lijden van boerderijdieren. Daarvoor is het aantal mensen die die keuze maken nog veel te klein.

Uiteindelijk moet de beslissing om je kat op een veganistisch dieet te zetten grotendeels afhangen van de tijd die nodig is om ervoor te zorgen dat je kat gezond blijft op zo’n dieet en dat ze dankbaar het voedsel consumeert dat je verstrekt. Je bent zelf niet minder vegan als je besluit om je huistijger toch maar conventioneel te eten te geven, maar nu denk je er misschien iets genuanceerder over. De verantwoordelijkheid voor een gezond en gelukkig huisdier ligt, omdat we nu eenmaal graag dieren domesticeren en hun gezelschap waarderen, bij jou.

Don`t copy text!
0